Benutzeranleitung / Produktwartung XP500 des Produzenten Yamaha
Zur Seite of 92
5VU-28199-D0 XP500 GEDRUKT OP KRINGLOOPP APIER Y AMAHA MOTOR CO. , L TD. PRINTED IN JAP AN 2003.10–0.1 × 1 ! (D) HANDLEIDING 5VU-9-D0_hyoushi 9/12/03 9:25 AM Page 1.
DAU26941 DECLARA TION of CONFORMITY We Hereby declar e that the product: is in compliance with follo wing norm(s) or documents: Type-designation: 5SL-00, 5VS-00, 5VX-00, 3HT -00, 5UX-00, 5UX-10, 5KS-00 and 5KS-10 R&TTE Directiv e(1999/5/EC) EN300 330-2 v1.
INLEIDING DAU10110 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als eigenaar van de XP500 profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van pro- ducten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10150 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: OPMERKING: ● Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze scooter en moet altijd bij de machine blijven, ook als deze ooit wordt verkocht.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10200 XP500 HANDLEIDING ©2003 door Y amaha Motor Co., Ltd. 1e uitgave, A ugustus 2003 Alle rechten v oorbehouden. Elke v orm van her druk of onbev oegd gebruik zonder schriftelijke toestemming v an Y amaha Motor Co.
INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ........ 1-1 Andere aandachtspunten voor veilig motorrijden ..................... 1-5 BESCHRIJVING ........................... 2-1 Aanzicht linkerzijde .................... 2-1 Aanzicht rechterzijde ................
INHOUDSOPGAVE Controleren en smeren van middenbok en zijstandaard .... 6-27 Voorvork controleren ............... 6-28 Controle van stuursysteem ..... 6-28 Controleren van wiellagers ...... 6-29 Accu ........................................ 6-29 Zekeringen vervangen .
1-1 1 VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU10260 SCOOTERS ZIJN TWEEWIELIGE VOERTUIGEN. HUN VEILIG GE- BRUIK EN WERKING ZIJN AFHAN- KELIJK VAN JUISTE RIJTECHNIEKEN EN VAN DE DES- KUNDIGHEID VAN DE BESTUUR- DER. ELKE BESTUURDER MOET BEKEND ZIJN MET DE VOLGENDE VEREISTEN ALVORENS MET DEZE SCOOTER TE GAAN RIJDEN.
VEILIGHEIDSINFORMATIE 1-2 1 bekend bent met de scooter en zijn bediening. ● Ongelukken worden vaak veroor- zaakt door een fout van de scoo- terbestuurder.
VEILIGHEIDSINFORMATIE 1-3 1 goedgekeurd, of door originele onder- delen te verwijderen, kan deze scooter onveilig worden in het gebruik en ern- stig persoonlijk letsel veroorzaken. Door dergelijke wijzigingen kan het ge- bruik van uw scooter ook onwettig wor- den.
VEILIGHEIDSINFORMATIE 1-4 1 stuur of de voorvork zijn gemon- teerd zullen mogelijk instabiliteit veroorzaken door een foutieve gewichtsverdeling of door aëro- dynamische effecten. Accessoi- res aan het stuur of nabij de voorvork moeten zo licht moge- lijk zijn en tot een minimum wor- den beperkt.
VEILIGHEIDSINFORMATIE 1-5 1 op uw huid of kleding, spoel de be- wuste plek dan direct met zeepwa- ter en trek andere kleding aan. DAU10370 Andere aandachtspunten voor veilig motorrijden ● Geef duidelijk richting aan wan- neer u een bocht neemt. ● Op een nat wegdek kan remmen uiterst lastig zijn.
VEILIGHEIDSINFORMATIE 1-6 1.
2-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 BESCHRIJVING DAU10410 Aanzicht linkerzijde 1 2 3 4 9 8 7 6 5 10 1. T ankdop (pagina 3-12) 2. Achterste opbergcompar timent (pagina 3-17) 3. Helmbe vestiging (pagina 3-16) 4. Handgreep (pagina 5-2) 5. Olie vuldop kettingkast (pagina 6-14) 6.
BESCHRIJVING 2-2 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU10420 Aanzicht rechterzijde 1 3 4 5 6 9 8 7 10 11 2 1. Accu (pagina 6-29) 2. Zekeringen (pagina 6-31) 3. Boordgereedschapsset (pagina 6-1) 4. V oorste opbergcompar timent (pagina 3-17) 5. K uipr uit 6. Luchtfilterelement (pagina 6-17) 7.
BESCHRIJVING 2-3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU10430 Bedieningen en instrumenten 5 4 2 3 6 7 8 1 10 9 1. Achterremhendel (pagina 3-11) 2. Schakelaarg roep linkerstuurzijde (pagina 3-10) 3. P arkeerremhendel (pagina 3-12) 4. Snelheidsmeter (pagina 3-4) 5. Multifunctioneel displa y (pagina 3-5) 6.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU10972 Startblokkeersysteem Dit voertuig is voorzien van een start- blokkeersysteem waarmee diefstal kan worden bemoeilijkt door de codering van de standaardsleutels te wijzigen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 pen of de vorm ervan te veran- deren. ● Probeer niet het kunststof bo- vendeel van de sleutels open te maken. ● Bevestig niet meer dan één sleutel van hetzelfde startblok- kersysteem aan een sleutelring.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-3 2 3 4 5 6 7 8 9 hierbij ingedrukt. 3. Neem de sleutel uit. Om het stuur te ontgrendelen Druk de sleutel in en draai hem dan naar “OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt gehouden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU11080 Controlelampje grootlicht “” Dit controlelampje brandt terwijl de kop- lamp is ingeschakeld voor grootlicht. DAU11480 Waarschuwingslampje motorsto- ring “” Dit waarschuwingslampje gaat bran- den wanneer een elektrisch circuit dat de motorwerking controleert defect is.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-5 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU11872 Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de motorrijder het motortoerental controle- ren en dit binnen het ideale bereik hou- den.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Het multifunctionele display toont de volgende voorzieningen: ● een brandstofniveaumeter ● een temperatuurmeter koelvloei- stof ● e.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-7 2 3 4 5 6 7 8 9 Om de ritteller op nul terug te stellen, selecteert u deze door op de toets “SE- LECT” te drukken en daarna de toets “RESET” minstens 1 seconde lang in- gedrukt te houden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-8 1 2 3 4 5 6 7 8 9 olieverversing was verstreken), moet de indicator na de olieverversing wor- den teruggesteld zodat het eerstvol- gende tijdstip voor olieverversing weer correct wordt aangegeven. (Zie pagina 6-11.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-9 2 3 4 5 6 7 8 9 zaken, waardoor de motor mogelijk niet kan worden gestart. 2. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten met de standaardsleu- tels.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU12342 Stuurschakelaars Links Rechts DAU12360 Lichtsignaalschakelaar “ PASS ” Druk deze schakelaar in om de kop- lamp een lichtsignaal te laten afgeven. DAU12400 Dimlichtschakelaar “ / ” Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht en op “ ” voor dimlicht.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-11 2 3 4 5 6 7 8 9 voordat u de motor start. DAU12731 Schakelaar alarmverlichting “” Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan deze schakelaar worden gebruikt voor het inschakelen van de alarmver- lichting (gelijktijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU12961 Parkeerrem Deze machine is uitgerust met een parkeerrem om het achterwiel te blok- keren bij het parkeren. Om de parkeerrem te vergrende- len Druk de parkeerremhendel naar links totdat hij vastklikt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-13 2 3 4 5 6 7 8 9 Aanbrengen van de tankdop 1. Zet de uitlijnmerktekens tegenover elkaar, steek de tankdop in de tan- kopening en druk de dop omlaag. 2. Draai de sleutel linksom naar de oorspronkelijke positie en neem hem dan uit.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-14 1 2 3 4 5 6 7 8 9 of hoger. Als de motor gaat detoneren (pingelen), gebruik dan benzine van een ander merk of gebruik loodvrije su- perbenzine. Door loodvrije benzine te gebruiken gaan bougies langer mee en blijven de onderhoudskosten beperkt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-15 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU13931 Zadel Openen van het zadel 1. Zet de scooter op de middenbok. 2. Steek de sleutel in het contactslot en draai hem dan linksom. OPMERKING: Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-16 1 2 3 4 5 6 7 8 9 3. Schuif de rugsteun naar voren of achteren naar de gewenste posi- tie. 4. Breng de rugsteunbouten aan en zet ze stevig vast. 5. Breng het zadel aan. DAU14340 Helmbevestiging De helmbevestiging bevindt zich onder het zadel.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-17 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU14500 Opbergcompartimenten Opbergcompartiment voorzijde Om het voorste opbergcompartiment te openen schuift u de hendel omhoog en trekt u hieraan. Om het opbergcompartiment te sluiten drukt u het paneel terug in de oorspron- kelijke stand.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-18 1 2 3 4 5 6 7 8 9 een Yamaha dealer. DAU15300 Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de lin- kerzijde van het frame. Trek of druk de zijstandaard met uw voet omhoog of omlaag terwijl u de motorfiets verticaal houdt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-19 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU15371 Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zij- standaardschakelaar en de remlicht- schakelaars deel uitmaken) heeft de volgende functies: ● Het verhindert starten wanneer de zijstandaard is opgetrokken, terwijl geen der remmen is bekrachtigd.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3-20 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Met de motor uit: 1. Beweeg de zijstandaard omlaag. 2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat. 3. Draai de sleutel naar aan. 4. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze v ast. 5.
CONTROLES VOOR HET STARTEN 4-1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU15591 De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt.
CONTROLES VOOR HET STARTEN 4-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU15602 Controlelijst voor gebruik ITEM CONTROLES P A GINA Brandstof ● Controleer het brandstofniv eau in de brandstoftank. ● V ul indien nodig brandstof bij. ● Controleer de brandstofleiding op lekkage.
CONTROLES VOOR HET STARTEN 4-3 2 3 4 5 6 7 8 9 Gasgreep ● Controleer of de werking soepel is. ● Controleer de vrije slag van de kabel. ● Vraag indien nodig de Y amaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stel- len, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
5-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15970 W AARSCHUWING DWA11250 ● Zorg dat u volkomen vertrouwd bent met alle bedieningsfunc- ties en hun werking voordat u gaat rijden. Informeer bij een Yamaha dealer als u de werking van een schakelaar of functie niet volkomen begrijpt.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-2 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU16760 Wegrijden OPMERKING: Laat de motor warmdraaien voordat u wegrijdt. 1. Houd met uw linkerhand de ach- terremhendel ingedrukt, houd met uw rechterhand de rechterhand- greep vast en duw de scooter van de middenbok af.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU16791 Remmen 1. Sluit de gasklep volledig. 2. Knijp de voor- en achterremmen gelijktijdig in en oefen geleidelijk meer druk uit. Voor Achter W AARSCHUWING DWA10300 ● Vermijd hard en abrupt remmen (met name wanneer u naar éé n kant overhelt).
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-4 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU16820 Tips voor een zuinig brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhan- kelijk van uw rijstijl. Hierna volgen en- kele tips om het brandstofverbruik te verlagen: ● Voer het motortoerental tijdens ac- celereren niet te hoog op.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU17211 Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem dan de sleutel uit het contactslot.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU17280 De eigenaar is verplicht de optimale veiligheid te waarborgen. Door perio- diek inspecties, afstellingen en smeer- beurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie blijft.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 OPMERKING: Laat een Yamaha dealer onderhoud verrichten als u niet beschikt over het gereedschap of de ervaring die voor bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-3 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU17702 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING: ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 9 Parkeerrem ● Controleer de werking. ● Afstellen. √ √ √ √ √ √ 10 * Remslangen ● Controleer op scheur tjes en beschadigingen. √ √ √ √ √ ● V er vangen. Elke 4 jaar 11 * Wielen ● Controleer de speling en controleer op beschadigin- gen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-5 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU18670 OPMERKING: ● Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt. ● Hydraulisch remsysteem ● Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU18711 Stroomlijn- en framepanelen verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder- houdswerkzaamheden beschreven in dit hoofdstuk moeten de afgebeelde stroomlijn- en framepanelen worden verwijderd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-7 2 3 4 5 6 7 8 9 2. Verwijder de schroeven en bouten van het stroomlijnpaneel. 3. Haak het stroomlijnpaneel los uit de houder onderaan. 4. Haak de voorzijde van het stroom- lijnpaneel los door dit omhoog te drukken en trek dan het stroomlijn- paneel naar buiten.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-8 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Aanbrengen van het paneel Plaats het paneel in de oorspronkelijke positie en breng dan de schroeven aan. Paneel B Verwijderen van het paneel Verwijder de paneelschroeven en trek de afgebeelde gedeelten naar buiten.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-9 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU19592 Controleren van de bougies De bougies zijn belangrijke onderdelen van de motor die gemakkelijk kunnen worden gecontroleerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 3. Controleer bij elke bougie of de elektroden zijn afgesleten en let op overmatige koolaanslag of andere neerslag. Vervang indien nodig. Een bougie aanbrengen 1. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-11 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU19852 Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieni- veau worden gecontroleerd. Verder moet de olie worden ververst en de oliefilterpatroon worden vervangen vol- gens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onder- houdsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 OPMERKING: Sla de stappen 4–6 over als het oliefil- terpatroon niet wordt vervangen. 4. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel. OPMERKING: De Yamaha dealer kan een oliefilter- sleutel leveren.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-13 2 3 4 5 6 7 8 9 LET OP: DCA11620 ● Om het slippen van de koppe- ling te voorkomen (de motorolie smeert immers ook de koppe- ling) mogen geen chemische additieven worden toegevoegd. Gebruik geen olie ë n met een “ CD ” dieselspecificatie of ol ë een met een hogere kwaliteit dan gespecificeerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-14 1 2 3 4 5 6 7 8 9 mijn was verstreken, maar kijk wel of het controlelampje ca. 1.4 seconde brandt nadat de terugstelknop is losge- laten; zo niet, herhaal dan de procedu- re.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-15 2 3 4 5 6 7 8 9 OPMERKING: Het motorolieniveau moet tussen de merkstrepen voor minimum- en maxi- mumniveau staan. 7. Als de motorolie beneden de merkstreep voor minimumniveau staat, vul dan voldoende olie, van de aanbevolen soort, bij tot het correcte niveau.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-16 1 2 3 4 5 6 7 8 9 3. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir. OPMERKING: Het koelvloeistofniveau moet tussen de merkstrepen voor minimum- en maxi- mumniveau staan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-17 2 3 4 5 6 7 8 9 vers dan zo snel mogelijk met koelvloeistof, anders wordt de motor onvoldoende gekoeld en is het koelsysteem niet be- schermd tegen bevriezing en corrosie.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-18 1 2 3 4 5 6 7 8 9 4. Geef een paar tikjes tegen het luchtfilterelement om het meeste stof en vuil te verwijderen en blaas dan het nog achtergebleven vuil weg met perslucht zoals afge- beeld. Vervang het luchtfilterele- ment als dit beschadigd is.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-19 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU33481 Afstellen van het stationair toerental Het stationair toerental moet als volgt worden gecontroleerd en eventueel af- gesteld volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-20 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU21400 Afstellen van de klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan afwijken, waardoor de lucht/ brandstof-verhouding kan veranderen en/of het motorgeluid toeneemt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-21 2 3 4 5 6 7 8 9 laden machine kan leiden tot beschadiging van de banden, controleverlies of ernstig letsel. Zorg dat het totale gewicht van de bestuurder, de passagier, de bagage en de gemonteerde ac- cessoires nooit het voorge- schreven maximumlaadgewicht voor de machine overschrijdt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-22 1 2 3 4 5 6 7 8 9 stabiliteit, waardoor u de macht over het stuur zou kunnen ver- liezen. ● De vervanging van onderdelen van wielen en remmen, inclusief banden, dient te worden overge- laten aan een Yamaha dealer, die over de nodige vakkundige kennis en ervaring beschikt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-23 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU33451 Vrije slag voor- en achterremhendel Voor Achter Aan de uiteinden van de remhendels mag geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch een vrije slag is, laat dan een Yamaha dealer het remsysteem in- specteren.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 in richting (b). W AARSCHUWING DWA10650 Vraag een Yamaha dealer de afstel- ling te doen als de juiste afstelling niet haalbaar is volgens de beschre- ven werkwijze.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-25 2 3 4 5 6 7 8 9 de bouten aan te brengen en deze dan vast te zetten met het voorge- schreven aanhaalmoment. LET OP: DCA12821 Gebruik de achterrem of de parkeer- rem niet nadat de remklauw is ver- wijderd, anders wordt de remklauwzuiger naar buiten ge- drukt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-26 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ● Vul bij met hetzelfde type rem- vloeistof. Bij vermengen van ver- schillende typen remvloeistof kunnen schadelijke chemische reacties optreden en kan de rem- werking verslechteren. ● Pas op en zorg dat tijdens bijvullen geen water het remvloeistofreser- voir kan binnendringen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-27 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU23170 Smeren van voor- en achterremhendels De scharnierpunten van de voor- en achterremhendels moeten worden ge- smeerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-28 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU23271 Voorvork controleren De conditie en de werking van de voor- vork moeten als volgt worden gecontro- leerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-29 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU23290 Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten worden gecontroleerd volgens de inter- valperioden voorgeschreven in het pe- riodieke smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-30 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Om de accu op te laden Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer de accu te laden als deze ontla- den lijkt te zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontladen raakt als de machine is uitgerust met optionele elektrische ac- cessoires.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-31 2 3 4 5 6 7 8 9 acculader voor permanent-dich- te accu ’ s (onderhoudsvrij type), vraag dan een Yamaha dealer uw accu op te laden. DAU23513 Zekeringen vervangen De hoofdzekeringhouder bevindt zich naast de accu en is als volgt toeganke- lijk: 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-32 1 2 3 4 5 6 7 8 9 LET OP: DCA10640 Gebruik geen zekering met een ho- ger amp è rage dan is voorgeschre- ven, om ernstige schade aan het elektrisch systeem en mogelijk brandgevaar te vermijden.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-33 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU23760 Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een ha- logeen gloeilamp. Vervang de koplam- pgloeilamp als volgt als deze is doorgebrand. 1. Maak de koplampstekker los en verwijder dan de gloeilampkap.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-34 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU25880 Problemen oplossen Yamaha scooters ondergaan een gron- dige inspectie voordat ze vanaf de fa- briek op transport gaan, maar tijdens gebruik kunnen toch storingen optre- den.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-35 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU25911 Storingzoekschema ’ s Startproblemen of slechte werking van de motor W AARSCHUWING DWA10840 Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6-36 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Oververhitte motor W AARSCHUWING DWA10400 ● Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 7-1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU26100 Verzorging De open constructie van een scooter maakt de fraaie techniek beter zicht- baar, maar de machine is hierdoor ook meer kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roestvorming en corrosie, ook al zijn hoogwaardige componenten gebruikt.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 7-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 gebruik geen bijtende reini- gingsmiddelen of harde spon- zen, deze veroorzaken dofheid en laten krasjes achter. Sommi- ge reinigingsmiddelen voor kunststof laten eveneens kras- jes achter op de kuipruit.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 7-3 2 3 4 5 6 7 8 9 vorens te stallen of af te dekken. W AARSCHUWING DWA10940 ● Controleer of er geen olie of was op de wielen of de remmen zit.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 7-4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2. Leeg de vlotterkamers in de carbu- rateur door de aftappluggen los te draaien; u voorkomt zo dat neer- slag uit de brandstof achterblijft. Giet de afgetapte brandstof terug in de brandstoftank.
SPECIFICATIES 8-1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU26333 Afmetingen: Totale lengte: 2235 mm (88.0 in) Totale breedte: 775 mm (30.5 in) Totale hoogte: 1410 mm (55.5 in) Zadelhoogte: 795 mm (31.3 in) Wielbasis: 1575 mm (62.0 in) Grondspeling: 130 mm (5.12 in) Kleinste draaicirkel: 2800 mm (110.
SPECIFICATIES 8-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Type versnellingbak: Automatisch, V-snaar Bediening: Automatisch centrifugaal Chassis: Type frame: Diamantframe Spoorhoek: 28.
SPECIFICATIES 8-3 2 3 4 5 6 7 8 9 Accu: Model: GT9B-4 Voltage, capaciteit: 12 V, 8.0 Ah Koplamp: Type gloeilamp: Halogeenlamp Gloeilampen voltage, wattage × aan- tal: Koplamp: 12 V, 60 W/55.0 W × 1 Koplamp: 12 V, 55.0 W × 1 Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.
9-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 GEBRUIKERSINFORMATIE DAU26351 Identificatienummers Noteer het sleutelnummer, het voertui- gidentificatienummer en de modelinfor- matiesticker in onderstaande ruimtes. Deze nummers heeft u nodig om reser- veonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw machine is ge- stolen.
GEBRUIKERSINFORMATIE 9-2 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU26500 Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is beves- tigd aan de binnenzijde van het achter- ste opbergcompartiment. (Zie pagina 3-17.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje.
.
DAU26941 DECLARA TION of CONFORMITY We Hereby declar e that the product: is in compliance with follo wing norm(s) or documents: Type-designation: 5SL-00, 5VS-00, 5VX-00, 3HT -00, 5UX-00, 5UX-10, 5KS-00 and 5KS-10 R&TTE Directiv e(1999/5/EC) EN300 330-2 v1.
5VU-28199-D0 XP500 GEDRUKT OP KRINGLOOPP APIER Y AMAHA MOTOR CO. , L TD. PRINTED IN JAP AN 2003.10–0.1 × 1 ! (D) HANDLEIDING 5VU-9-D0_hyoushi 9/12/03 9:25 AM Page 1.
Ein wichtiger Punkt beim Kauf des Geräts Yamaha XP500 (oder sogar vor seinem Kauf) ist das durchlesen seiner Bedienungsanleitung. Dies sollten wir wegen ein paar einfacher Gründe machen:
Wenn Sie Yamaha XP500 noch nicht gekauft haben, ist jetzt ein guter Moment, um sich mit den grundliegenden Daten des Produkts bekannt zu machen. Schauen Sie zuerst die ersten Seiten der Anleitung durch, die Sie oben finden. Dort finden Sie die wichtigsten technischen Daten für Yamaha XP500 - auf diese Weise prüfen Sie, ob das Gerät Ihren Wünschen entspricht. Wenn Sie tiefer in die Benutzeranleitung von Yamaha XP500 reinschauen, lernen Sie alle zugänglichen Produktfunktionen kennen, sowie erhalten Informationen über die Nutzung. Die Informationen, die Sie über Yamaha XP500 erhalten, werden Ihnen bestimmt bei der Kaufentscheidung helfen.
Wenn Sie aber schon Yamaha XP500 besitzen, und noch keine Gelegenheit dazu hatten, die Bedienungsanleitung zu lesen, sollten Sie es aufgrund der oben beschriebenen Gründe machen. Sie erfahren dann, ob Sie die zugänglichen Funktionen richtig genutzt haben, aber auch, ob Sie keine Fehler begangen haben, die den Nutzungszeitraum von Yamaha XP500 verkürzen könnten.
Jedoch ist die eine der wichtigsten Rollen, die eine Bedienungsanleitung für den Nutzer spielt, die Hilfe bei der Lösung von Problemen mit Yamaha XP500. Sie finden dort fast immer Troubleshooting, also die am häufigsten auftauchenden Störungen und Mängel bei Yamaha XP500 gemeinsam mit Hinweisen bezüglich der Arten ihrer Lösung. Sogar wenn es Ihnen nicht gelingen sollte das Problem alleine zu bewältigen, die Anleitung zeigt Ihnen die weitere Vorgehensweise – den Kontakt zur Kundenberatung oder dem naheliegenden Service.