Benutzeranleitung / Produktwartung EC-03 des Produzenten Yamaha
Zur Seite of 78
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. HANDLEIDING 1CB-F8199-D0 EC-03.
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij DA U46090 Q de machine te blijven als deze wordt verkocht.
INLEIDING DAU10113 Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de EC-03 profiteert u van de e norme ervaring en te chnische kenni s van Yamaha op het gebied van het ontwerpen e n fabriceren van hoogwaardige prod ucten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarhe id heeft verworven.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10132 Bijzonder belangrijke informat ie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgen de aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symboo l. Het wor dt gebruikt om u te waarschuwen v oor risico’ s op persoonl ijk letsel.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU36390 EC-03 HANDLEIDING ©2010 door Y amaha Motor Co., Ltd. 1e uitgave, September 2010 Alle rechten voorbeho uden. Elke vorm v an herdruk of onbev oegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van Y amaha Motor Co.
INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ............ .. 1-1 Andere aandachtspunten voor veilig rijden ............. ................... .. 1-4 Accu veilig opladen .... ........... .......... 1-5 BESCHRIJVIN G ............. ................. .. 2-1 Aanzicht linkerzijde .
1-1 1 VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU50653 Wees een verantwoordelijke eigenaar Als eigenaar van de machine bent u ve rant- woordelijk voor de veilige en juiste bedie- ning ervan. Scooters zijn tweewielige voertuigen. Voor een veilig gebruik zijn de toepassing van de juiste rijtechnieken en de ervaring van de bestuurder van belang.
1-2 VEILIGHEIDSINFORMATIE 1 langrijk voor e en goede besturing. De bestuurder moet tijd ens het rijden bei - de handen aan het stuur h ouden en beide voeten op de be stuurdersvoet- steunen, om zo de macht over het stuur te behouden. Plaats geen magneten of vo orwerpen met een krachtig magnetisch veld in de buurt van de snelheidsregelaar.
1-3 1 VEILIGHEIDSINFORMATIE bagage aan (alleen voor modelle n met instelbare vering) en controleer de toestand en spanning van uw banden. • Bevestig nooit omvangrijke of zware goederen aan het stuur, de voor- vork of het voorwielspatbord. Der- gelijke items kunnen een instabi el weggedrag of een te trage reactie op het stuur veroorzaken.
1-4 VEILIGHEIDSINFORMATIE 1 het elektrisch systeem van de scooter te boven gaan, kan zich een gevaarlij- ke elektrische storing voordoen waar- door de verlichting of de motor uitvalt.
1-5 1 VEILIGHEIDSINFORMATIE bij de enkel/omslag, om flapperen te voorkomen), en een felgekleurd jack. Vervoer op uw scooter niet te veel ba- gage. Een overbeladen scooter is on- stabiel. DAU50823 Accu veilig opladen Zorg dat u de accu niet oplaadt op lo- caties die mogelijk blootstaan aan re - gen of water.
2-1 1 2 BESCHRIJVING DAU10410 Aanzicht linkerzijde 1 2 54 7 3 6 1. Contactslot/stuurslot (pagina 4-1) 2. Zadelslot (pagina 4-11) 3. Handgreep (pagina 4-13) 4. Motorbehuizing 5. Stelmoer vrije slag achterremhendel (pagina 8-6) 6. V oetsteun 7. Stelmoer vrije slag voorremhendel (pagina 8-6) 1CB-F8199-D0.
BESCHRIJVING 2-2 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU10420 Aanzicht rechterzijde 13 4 2 5 1. Laadkabel (pagina 6-4) 2. Zadel (pagina 4-11) 3. Bagagehaak (pagina 4-13) 4.
BESCHRIJVING 2-3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU10430 Bedieningen en instrumenten 1 2 4 5 3 1. Achterremhendel (pagina 4-11) 2. Stuurschakelaars (pagina 4-10) 3. Multifunctioneel display (pagina 4-2) 4. V oorremhendel (pagina 4-11) 5. Snelheidsregelaar (pagina 8-4) 1CB-F8199-D0.
3-1 2 3 4 5 6 7 8 9 FUNCTIES VAN DE EC-03 DAU50470 Kenmerken De EC-03 heeft de volgende kenmerken : De voedingsbron is alleen elektrisch en er hoeft geen brandstof worden bij- gevuld of motorolie worden ververst. Hoogpresterende motor met sterk ge- reduceerd geluidsniveau e n minder trillingen zorgt voor een plezi erige rit.
FUNCTIES VAN DE EC-03 3-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 : aanbevolen modus voor effectieve werking : minder effectieve werking dan power- modus : afgelegde afstand is korter dan stan- daardmodus DAU50332 Afgelegde afstand OPMERKING De afstand die u kunt afleggen op een en- kele lading hangt af van de rij- en wegom- standigheden.
FUNCTIES VAN DE EC-03 3-3 2 3 4 5 6 7 8 9 korter wanneer u continu in de power- modus rijdt, in vergelijking met de standaardmodus. Door de aard van de accu kan de rij- afstand afnemen, afhankelij k van de omgevingstemperatuur door wijzigin- gen in de accutemperatuur.
FUNCTIES VAN DE EC-03 3-4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU50351 Accuniveau OPMERKING Controleer het accuniveau voor elke rit. Accuniveau controleren Controleer het aantal segme nten dat in de accuniveau-indicator wordt weergegeven. OPMERKING Tijdens het opladen van de accu geeft de in- dicator de voortgang van het lade n weer.
FUNCTIES VAN DE EC-03 3-5 2 3 4 5 6 7 8 9 Referentietabel accuniveau Brandt Knipper t Accuniveau (%) Accuniveau-indicator in het display W at te doen OK. U kunt r ijden. OK. U kunt r ijden. Het 4e segment knipper t om aan te gev en dat de resterende acculading nu boven de helft is.
4-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU49982 Zoemer Met de zoemer wordt u door de EC-03 geïn- formeerd over de volgende handeli ngen en statuswaarden van het voertui g. Sleutel in stand “ON” Stand-bymodus (Zie pagina 7-1.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-2 2 3 4 5 6 7 8 9 Om het stuur te vergrendelen 1. Draai het stuur helemaal naar links. 2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en draai deze dan naar “LOCK”. Hou d de sleutel hierbij ingedrukt. 3. Neem de sleutel uit.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 De EC-03 is uitgerust met een zelfdia- gnosesysteem voor de accu en rege leen- heid. Wanneer u de sleutel naar “ON” draait, start het zelfdi agnosesysteem auto- matisch en worden alle displaysegmenten van de multifunctionele meter weergege- ven.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-4 2 3 4 5 6 7 8 9 OPMERKING Wanneer de machine in de rijmodu s staat, klinkt de zoemer. De zoemer stopt wanneer u de remhendel bedi ent of met de machi ne gaat rijden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 de machine wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, kan “COOL” gaan knipperen en kan de rijsnelheid w or- den beperkt. Wanneer u lange tijd bergopwaarts rijdt, kan “HEAT” gaan knipperen en kan de rijsnelheid worden bepe rkt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-6 2 3 4 5 6 7 8 9 Snelheidswaarschu wingsindicator “SPEED” Als de snelheid van de mach ine hoger is dan 45 km/u, wordt de snelheidswaarschu- wingsindicato r weergegeven en kn ippert het waarschuwingslampj e.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 “OFF” en vervolgens terug naar “ON” hebt gedraaid, moet u de machine laten contro- leren door een Yamaha-dealer. OPMERKING Nadat u de sleutel naar “ON” hebt gedraaid, wordt het waarschuwingssymbool weerge- geven.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-8 2 3 4 5 6 7 8 9 Het display toont dat de machine in de rijmodus staat. OPMERKING Wanneer het veiligheidsslo t is ver- grendeld, gaat u naar de rijmodus en voert u het veiligheidsnummer in om het veiligheidsslot te ontgrende len.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 machine terug naar de rijmodus. Her- haal de procedure vanaf stap 3. 5. “NEW” en “– – – – – ” worden weerge- geven. Voer een nieuw veilighei dsnummer in. Het veiligheidsnummer bestaat uit een viercijferig nummer.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-10 2 3 4 5 6 7 8 9 OPMERKING Zorg dat u het veil igheidsnummer no- teert en op een veilige plaats be waart. Als u op knop 3 “SELECT” drukt, wordt het display geschakeld tussen “OK” en “NG”.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU12900 Voorremhendel De voorremhendel bevindt zich aan de rechterstuurgreep. Trek d eze hendel naar het stuur toe om de voorrem te bekrachti - gen. DAU12950 Achterremhendel De achterremhendel bevindt zich aan de linkerstuurgreep.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-12 2 3 4 5 6 7 8 9 Sluiten van het zadel 1. Klap het zadel omlaag en druk dan aan om te vergrendelen. 2. Neem de sleutel uit. OPMERKING Controleer of het zadel stevig is vergrendeld alvorens te gaan ri jden. DAU50060 Helmbevestiging De helmbevestiging bevind t zich onder het zadel.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 4-13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAUT1072 Bagagehaak W AARSCHUWING DWAT1031 Overschrijd het maximumlaadge- wicht van 1 kg (2 lb) voor de baga- gehaak niet. Overschrijd het maximumgewic ht van 87 kg (192 lb) voor het voertuig niet.
5-1 2 3 4 5 6 7 8 9 VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN DAU15596 Inspecteer uw machine voor elk gebrui k om te waarborgen dat deze in een veilige werken de staat is. Volg altijd de schema’s en p rocedures voor inspectie en onderhoud in de gebruike rshandleiding.
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN 5-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Instrumenten, verlichting, signaleringssysteem en schakelaars • Controleer de werking.
6-1 2 3 4 5 6 7 8 9 ACCU OPLADEN DAU50560 W AARSCHUWING DWA15760 Als de machine is beschadigd van- wege kantelen of een ongeval, moet u de laadstekker niet in het stop- contact steken. Anders kan dit een elektrische schok of kortsluiting veroorzaken.
ACCU OPLADEN 6-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 snel mogelijk controleren door een Yamaha-dealer. LET OP DCA17451 Door onjuist opladen kunnen de accu en de ingebouwde acculader beschadigd raken. Zorg dat u de accu niet oplaadt op locaties met direct zonlicht of in de buurt van een verwarming.
ACCU OPLADEN 6-3 2 3 4 5 6 7 8 9 Koude locaties, zoals in een schuur, bu iten of in de winter. DAU50394 Laadprocedure W AARSCHUWING DWA15691 Raak de laadstekker niet me t natte handen aan.
ACCU OPLADEN 6-4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 niet vallen en stel deze niet bloot aan sterke schokken. Zorg dat u de laadkabel of laadstek- ker niet opbergt op locaties met scherpe voorwerpen zoals spijkers. Ga niet op de laadkabel of laadstek- ker staan en plaats er geen voor- werpen op.
ACCU OPLADEN 6-5 2 3 4 5 6 7 8 9 terzijde omlaag om het te vergrende- len. OPMERKING Controleer of zich niets onder het zadel be- vindt voordat u het zadel sluit. 7. Neem de sleutel u it. Vergrendel het stuur en verwijder de sleutel als u de accu oplaadt, om diefstal te voorko- men.
ACCU OPLADEN 6-6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 accuniveau-indicator word t weergege- ven in het display en de zoemer klinkt. Alle segmenten van de indicator wor- den gedurende enkele secon den weergegeven en de voortgang va n het laden wordt weergegeven.
ACCU OPLADEN 6-7 2 3 4 5 6 7 8 9 laadstekker tijdens het opladen uit het stopcontact wordt genomen. Tijdens het opladen g aat de machine niet naar de stand-bymodus wanneer u de sleutel naar “ON” draait. Opladen vol tooien Wanneer de accu volledig is op geladen, gaat het display na enkele minuten automa- tisch uit.
ACCU OPLADEN 6-8 1 2 3 4 5 6 7 8 9 gebruik uit het stopcontact. DAU50402 Laadtijd Normaal opladen De laadtijd hangt af van de rijomstandighe- den vóór opladen, het resterende accuni- veau en de omgevingstemperatuur.
ACCU OPLADEN 6-9 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU50411 Display met voortgang van laden Het oplaadproces w ordt weergegeven door de accuniveau-indicator. DAU50425 Accu Lithium-ion-accu (L i-ion-accu) De Li-ion-accu.
ACCU OPLADEN 6-10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Uitputting van accu Het elektrisch uitgangsvermogen van de Li-ion-accu in de EC-03 nee mt geleidelijk af in de loop van het gebruik.
7-1 2 3 4 5 6 7 8 9 GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15951 Lees de gebruikershandleiding zorgvuld ig door om u vertrouwd te maken met alle be- dieningselementen. Als u de werking van een functie of bedieningsel ement niet be- grijpt, vraag dan uw Yamaha deale r om uit- leg.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 7-2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Nadat gedurende enkele seconden alle displaysegmenten zijn weergege - ven, gaat de machine n aar de stand-bymodus. OPMERKING Wanneer het veiligheidsslot is ver- grendeld, wordt de veiligheidsslotindi - cator “ LOCK” weergegeven.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 7-3 2 3 4 5 6 7 8 9 wanneer u de remhendel bedient of met de machine gaat rijden. Als een onjuist veiligheidsnummer is ingevoerd, klinkt de zoemer, knippert “NG” gedurende enkele second en en keert de machine terug naar de stand-bymodus.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 7-4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 OPMERKING De zoemer klinkt wanneer d e richtingaan- wijzerschakelaar aanstaat. 3. Kijk voor en achter de machi ne om te controleren of het veilig is om weg te rijden. 4. Laat de achterremhendel los.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 7-5 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU50961 Remmen W AARSCHUWING DWA10300 Vermijd hard en abrupt remmen (met name wanneer u naar één kant overhelt).
8-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU50130 Door periodiek inspec ties, afstellingen en smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er- voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie blijft. De eigena ar/be- stuurder van de machine is verplicht de op - timale veiligheid te waa rborgen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-2 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU50610 OPMERKING De jaarlijkse controles horen eenmaal pe r jaar te worden uitgevoerd, behalv e wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht. Herhaal de onderho udsintervallen v anaf 30000 km, beginn end vanaf 6000 km.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 7* Framebevestigin- gen • Controleer of alle moeren, bou- ten en schroev en stevig zijn vastgez et. 8 Scharnieras v an voorremhendel • Smeren met lithiumvet. 9 Scharnieras v an achterremhendel • Smeren met lithiumvet.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-4 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU50143 Controleren op afwijkende motorgeluiden Controleer de motor op afwijkende gelui- den. OPMERKING Wanneer de machine op de middenbok staat, kunt u de motor niet boven een be- paalde snelheid laten l open door de snel- heidsregelaar te draaien.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU50673 Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven banden op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw voertuig. Bandenspanning De bandenspanning moet voor elke rit wor- den gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-6 2 3 4 5 6 7 8 9 den, dient te worden overgelaten aan een Yamaha dealer, die over de nodige vakkundige kennis en erva- ring beschikt om dit te doen. Rijd niet te snel direct na het verwis- selen van een band.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Achter Controleer de vrije slag van de voor- en achterremhendel regelmatig en stel ind ien nodig als volgt af. Draai de stelmoer op de remankerplaat richting (a) voor meer vrije slag van de rem- hendel.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-8 2 3 4 5 6 7 8 9 De voor- en achterremschoenen mo eten worden gecontroleerd op slijta ge volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderho udsschema. Elke rem heeft een eigen slijtage-indi cator zodat de remschoenslij tage kan worden ge- controleerd zonder de rem te demonteren.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU23192 Middenbok controleren en smeren De werking van de middenbok moet vooraf- gaand aan elke rit worden gecontroleerd en de scharnierpunten en de me taal-op-me- taal contactvlakken moeten indien nodig worden gesmeerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-10 2 3 4 5 6 7 8 9 LET OP DCA10590 Als schade wordt gevonden of de voor- vork niet soepel beweegt, vraag dan een Yamaha dealer te repa reren of te contro- leren. DAU45511 Stuursysteem controleren Losse of versleten balh oofdlagers kunnen gevaarlijk zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU23797 Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo- geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei- lamp als volgt als deze is doorgebrand.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-12 2 3 4 5 6 7 8 9 4. Breng een nieuwe koplampgloei lamp aan en zet deze dan va st met de gloei- lamphouder. 5. Breng de gloeilamp kap aan en sluit dan de koplampstekker aan. 6. Monteer de koplampunit door de schroeven aan te brengen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DAU24204 Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin- gaanwijzer door de schroeven te ver- wijderen. 2. Verwijder de defecte gloeilamp doo r deze in te drukken en linksom te draaien.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-14 2 3 4 5 6 7 8 9 W AARSCHUWING DWA15790 Voer nooit controles of reparaties aan de machine uit wanneer de laadstekker in het stopcontact zit. Dit kan een elektrische schok of kortsluiting veroorzaken. Vervang de laadkabel of laadstek- ker wanneer deze beschadigd is.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-15 1 2 3 4 5 6 7 8 9 De machine rijdt niet weg Staat de machine in de rijmodus? (Wordt de bedrijfsstatusindicator “RUN” weergegeven in het display?) U kunt alleen met de machine ri jden als deze in de rijmodus staat.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-16 2 3 4 5 6 7 8 9 en de motor nog steeds niet loopt, moet u de machine la ten controleren door een Yamaha-dealer. W AARSCHUWING DWA15630 Draai de sleutel naar “OFF” voordat u de EC-03 gaat duwen of verplaatse n.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-17 1 2 3 4 5 6 7 8 9 opnieuw automatisch w ordt gestopt, is er mogelijk een storing in de machine. Stop met opladen en laat de machin e controleren door een Yamaha-dealer.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-18 2 3 4 5 6 7 8 9 Het laadproces bevindt zich in de stand-by- modus omdat de accutemperatuur ho ger is dan 50 C. Laat de accu afkoelen . Wanneer de accutemperatuur de opgege- ven temperatuur bereikt, gaat “HEAT” uit en wordt het opladen automatisch gestart.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-19 1 2 3 4 5 6 7 8 9 beschermen. Wanneer het opladen wordt gestart, klinkt de zoemer en geeft het volgende aan dat de accu aan het einde van de le- vensduur is .
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 8-20 2 3 4 5 6 7 8 9 De accu kan niet worden opgeladen om- dat de aardlekschakelaar is geactiveerd Stop met opladen en laat de machine con- troleren door een Yamaha-dealer.
9-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER DAU37833 Matkleur, let op LET OP DCA15192 Sommige modellen zijn uitgerust met matkleurige onderdelen. Raadpleeg een Yamaha dealer voor advies over wa t voor producten gebruikt moeten worden om het voertuig te reinigen.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 9-2 2 3 4 5 6 7 8 9 Gebruik alleen een zachte, schone doek of een spons met water om kunststof delen te reinigen. Als de kunststof delen met water niet af- doende kunnen worden gereinigd, kan een mild reinigingsmiddel met water worden gebruikt.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 9-3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 aan te brengen op alle metalen delen, ook op verchroomde en vernikke lde componenten, om zo corrosi e te voor- komen. 4. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achterge- bleven vuil te verwij deren.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER 9-4 2 3 4 5 6 7 8 9 ment. Om de levensduur van de accu te verlengen, wordt u aanbe- volen de accu op te laden totdat de accuniveau-indicator of 2–3 seg- menten toont. Een lagere of hogere lading wordt niet aanbevolen.
10-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 SPECIFICATIES DAU50970 Afmetingen: Totale lengte: 1565 mm (61.6 in) Totale breedte: 600 mm (23.6 in) Totale hoogte: 990 mm (39.0 in) Zadelhoogte: 745 mm (29.3 in) Wielbasi s: 1080 mm (42.5 in) Grondspel ing: 110 mm (4.33 in) Kleinste draaicirkel: 1700 mm (66.
11-1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 GEBRUIKERSINFORMATIE DAU48611 Identificatienummers Noteer het voertuigidentificatienu mmer en de gegevens op de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes. Deze gegevens heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen.
INDEX A Aandachtspunten voor veilig rijden ............ 1-4 Accu, effectief gebruik van .........................3-3 Accu, laadprocedure ........ ..........................6-3 Accu, laadtijd.............................................. 6-8 Accuniveau .
.
Y AMAHA MOT OR CO. , L TD . PRINTED IN THE NETHERLANDS 2010.10 Y AMAHA MOT OR CO. , L TD . PRINTED IN THE NETHERLANDS 2010.10.
Ein wichtiger Punkt beim Kauf des Geräts Yamaha EC-03 (oder sogar vor seinem Kauf) ist das durchlesen seiner Bedienungsanleitung. Dies sollten wir wegen ein paar einfacher Gründe machen:
Wenn Sie Yamaha EC-03 noch nicht gekauft haben, ist jetzt ein guter Moment, um sich mit den grundliegenden Daten des Produkts bekannt zu machen. Schauen Sie zuerst die ersten Seiten der Anleitung durch, die Sie oben finden. Dort finden Sie die wichtigsten technischen Daten für Yamaha EC-03 - auf diese Weise prüfen Sie, ob das Gerät Ihren Wünschen entspricht. Wenn Sie tiefer in die Benutzeranleitung von Yamaha EC-03 reinschauen, lernen Sie alle zugänglichen Produktfunktionen kennen, sowie erhalten Informationen über die Nutzung. Die Informationen, die Sie über Yamaha EC-03 erhalten, werden Ihnen bestimmt bei der Kaufentscheidung helfen.
Wenn Sie aber schon Yamaha EC-03 besitzen, und noch keine Gelegenheit dazu hatten, die Bedienungsanleitung zu lesen, sollten Sie es aufgrund der oben beschriebenen Gründe machen. Sie erfahren dann, ob Sie die zugänglichen Funktionen richtig genutzt haben, aber auch, ob Sie keine Fehler begangen haben, die den Nutzungszeitraum von Yamaha EC-03 verkürzen könnten.
Jedoch ist die eine der wichtigsten Rollen, die eine Bedienungsanleitung für den Nutzer spielt, die Hilfe bei der Lösung von Problemen mit Yamaha EC-03. Sie finden dort fast immer Troubleshooting, also die am häufigsten auftauchenden Störungen und Mängel bei Yamaha EC-03 gemeinsam mit Hinweisen bezüglich der Arten ihrer Lösung. Sogar wenn es Ihnen nicht gelingen sollte das Problem alleine zu bewältigen, die Anleitung zeigt Ihnen die weitere Vorgehensweise – den Kontakt zur Kundenberatung oder dem naheliegenden Service.